In beginsel maakt het voor je recht op alimentatie niet uit of je wel of geen huwelijkse voorwaarden hebt. Ook met huwelijkse voorwaarden heb je dus recht op alimentatie. De wet verbiedt het min of meer om hierover van tevoren afspraken te maken:
Artikel 1:400 lid 2 Burgerlijk Wetboek:
Overeenkomsten waarbij van het volgens de wet verschuldigde levensonderhoud wordt afgezien, zijn nietig.

Op het moment dat je uit elkaar gaat, kun je in het echtscheidingsconvenant afzien van alimentatie. Dit wordt een “nihilbeding” genoemd. In 2020 zijn de regels voor alimentatie gewijzigd. In het eerste voorstel voor de nieuwe wet was de optie van een nihilbeding in huwelijkse voorwaarden opgenomen. Daarmee zou je dus vóór het huwelijk al kunnen afspreken dat je bij een scheiding geen alimentatie hoeft te betalen. Maar die optie is uiteindelijk niet in de nieuwe wet opgenomen.
Voorstel nieuw artikel 1:158 Burgerlijk Wetboek:
Bij huwelijkse voorwaarden of bij schriftelijke overeenkomst betreffende levensonderhoud, aangegaan voor of na de beschikking tot echtscheiding, kan worden bepaald of, en zo ja tot welk bedrag, na echtscheiding de ene echtgenoot tegenover de andere echtgenoot tot een uitkering tot diens levensonderhoud zal zijn gehouden. (Deze wetswijziging is dus niet doorgegaan)
Als je toch zo’n afspraak in je huwelijkse voorwaarden opneemt, dan mag je er van uit gaan dat de rechter daar een streep door zet bij een scheiding. Maar er is ook goed nieuws als je tegen alimentatie bent:
- Sinds 1 januari 2020 geldt er een veel kortere alimentatietermijn voor stellen zonder kinderen.
- Samenwoners kunnen bij de notaris alles rondom hun huis, het pensioen en de erfenis regelen in een contract en testament zonder dat er een alimentatieplicht ontstaat. Trouwen hoeft dus niet om je zaken te regelen en voor ex-samenwoners geldt geen alimentatieplicht.
Uiteraard staat dit onderwerp los van de zorgplicht voor je kinderen. Deze verplichting vloeit voort niet voort uit het huwelijk maar uit het ouderschap. Dit is dus ook geen onderwerp van je huwelijkse voorwaarden. Bovendien is het een recht van je kinderen. Je kind is geen partij bij de huwelijkse voorwaarden en kan daarin ook niet van dit recht afzien.