Voor sommige stellen is geld een principe kwestie, voor andere stellen juist niet. Het soort huwelijkse voorwaarden dat je kiest, bepaalt of je loon wel of geen privé vermogen is.
De meeste stellen hebben één van de volgende 5 huwelijksvermogensstelsels:
- Algehele gemeenschap van goederen.
- Beperkte gemeenschap van goederen.
- Periodiek verrekenbeding.
- Finaal verrekenbeding bij scheiding.
- Koude uitsluiting.

Bij de eerste twee valt je salaris in de gemeenschap van goederen en is het dus gemeenschappelijk.
Artikel 1:94 lid 2 Burgerlijk Wetboek over de beperkte gemeenschap:
De gemeenschap omvat, wat haar baten betreft, alle goederen die reeds vóór de aanvang van de gemeenschap aan de echtgenoten gezamenlijk toebehoorden, en alle overige goederen van de echtgenoten, door ieder van hen afzonderlijk of door hen tezamen vanaf de aanvang van de gemeenschap tot haar ontbinding verkregen (enz)
De derde optie, het periodiek verrekenbeding, houdt in dat je elk jaar het spaargeld met elkaar verrekent. Stel dat één van beiden in een jaar € 10.000 heeft gespaard en de ander € 5.000. De één moet de ander dan € 2.500 geven zodat je ieder € 7.500 hebt gespaard in dat jaar. Deze afspraak in je huwelijkse voorwaarden komt er feitelijk dus op neer dat het loon gemeenschappelijk is.
Artikel 1:141 lid 1 Burgerlijk Wetboek over opgepot spaargeld bij een periodiek verrekenbeding:
Indien een verrekenplicht betrekking heeft op een in de huwelijkse voorwaarden omschreven tijdvak van het huwelijk en over dat tijdvak niet is afgerekend, blijft de verplichting tot verrekening over dat tijdvak in stand en strekt deze zich uit over het saldo, ontstaan door belegging en herbelegging van hetgeen niet verrekend is, alsmede over de vruchten daarvan.
Bij de vierde optie, het finale verrekenbeding, spreek je af om aan het einde van het huwelijk af te rekenen alsof er een beperkte of algehele gemeenschap van goederen was. Bij een gemeenschap van goederen is wat je spaart uit inkomen gemeenschappelijk. Bij een finaal verrekenbeding is dat dus ook het geval.
Alleen bij de laatste optie, koude uitsluiting, is wat je spaart uit je inkomen echt privé. Als geld een principiële kwestie voor jullie is, dan is koude uitsluiting dus de enige optie wanneer je het loon privé wilt houden.
In het meest gehanteerde landelijke model huwelijkse voorwaarden met koude uitsluiting staat het volgende:
“Onder inkomen in deze huwelijkse voorwaarden wordt verstaan het besteedbaar inkomen na betaling van belastingen, premies sociale verzekeringen en de kosten die redelijkerwijs gemaakt moeten worden voor de verwerving van het inkomen. De kosten van de gemeenschappelijke huishouding worden door de echtgenoten gedragen naar evenredigheid van ieders inkomen. De echtgenoot die in een kalenderjaar meer heeft bijgedragen in de kosten van de huishouding dan hij op grond van het bepaalde in dit artikel zou moeten dragen, kan dit meerdere van de andere echtgenoot terugvorderen, mits hij die vordering instelt binnen een jaar na afloop van het desbetreffende kalenderjaar.”
Deze afspraken moet je niet verwarren met een periodiek verrekenbeding. Als dit in je huwelijkse voorwaarden staat, is wat je spaart uit je loon gewoon privé.
Behalve bij optie 5 heb je ook met optie 4 in je huwelijkse voorwaarden bescherming tegen loonbeslag voor schulden van je partner. De finale verrekening voer je alleen uit bij een scheiding. Zo lang je bij elkaar blijft, kan een schuldeiser dus niks met deze afspraak.
Tip: in het menu onder voorbeelden vind je een model voor je huwelijkse voorwaarden waarin optie 5 is opgenomen.