Het komt wel eens voor. Stel je ontdekt pas na je trouwdag dat je de huwelijkse voorwaarden van tevoren moest maken. Vooral bij een huwelijk voor 2018 was dat een pijnlijke constatering. Dan had je opeens een algehele gemeenschap van goederen waarin je elk een aandeel had van 50%. Wilde je dit terugdraaien naar de situatie van voor je huwelijk? Dat was een belaste schenking als er voor het huwelijk een verschil in vermogen was. Gelukkig kon je in dat geval een beroep doen op de hardheidsclausule. Daarmee kon je alsnog huwelijkse voorwaarden binnen 3 jaar.

3.3. Van wettelijke gemeenschap van goederen naar huwelijksvoorwaarden
Als echtgenoten hun wettelijke gemeenschap van goederen alsnog omzetten in huwelijkse voorwaarden, wijzigt hun vermogenspositie. Een vermogensverschuiving door deze overgang kan een schenking zijn.
Goedkeuring
Ik keur met toepassing van artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (de hardheidsclausule) goed dat op verzoek geen schenkbelasting wordt geheven als de in wettelijke gemeenschap gehuwden alsnog huwelijkse voorwaarden opmaken in de volgende twee situaties.
1. Aannemelijk is gemaakt dat die wijziging verband houdt met het herstel van aanspraken van kinderen uit een eerder huwelijk op het vermogen van hun ouder en die aanspraken als gevolg van een huwelijk in wettelijke gemeenschap van goederen onbedoeld verloren zijn gegaan.
2. Aannemelijk is gemaakt dat op grond van een misverstand voorafgaand aan het huwelijk geen huwelijkse voorwaarden zijn gemaakt. Als binnen drie jaar na het sluiten van het huwelijk alsnog huwelijkse voorwaarden worden opgemaakt en op dat moment geen sprake is van duurzaam gescheiden leven of echtscheiding, wordt een misverstand verondersteld.
De goedkeuring voor beide situaties geldt als is voldaan aan de volgende voorwaarden.
De huwelijkse voorwaarden worden gemaakt op de voet van Titel 8, afdeling 1 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek.
– Iedere gemeenschap wordt uitgesloten.
– Na de verdeling zijn de echtgenoten ieder gerechtigd tot hetzelfde vermogen als waartoe zij gerechtigd zouden zijn geweest, indien zij al bij het aangaan van het huwelijk iedere gemeenschap hadden uitgesloten. Het gaat om de gerechtigdheid tot het vermogen, en dus niet om de gerechtigdheid tot de goederen zelf. Door tijdsverloop zal het niet mogelijk zijn of gewenst zijn om elk goed precies toe te delen aan degene die het goed had voor het huwelijk. Ook zullen er nieuwe goederen zijn verworven. Dat vormt geen inbreuk op de goedkeuring. De uiteindelijke uitkomst in vermogenspositie is bepalend.
– De huwelijkse voorwaarden en de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap zijn afgewikkeld binnen zes maanden na de dagtekening van de goedkeurende beschikking van de Belastingdienst.
Door een beroep te doen op deze goedkeuring kon je alsnog huwelijkse voorwaarden maken binnen 3 jaar zonder schenkbelasting te betalen.
Ook bij een huwelijk na 2018 kun je door een vergissing geen huwelijkse voorwaarden hebben gemaakt. Gelukkig heeft die vergissing minder grote gevolgen omdat je tegenwoordig standaard een beperkte gemeenschap van goederen krijgt. Je privé vermogen van voor het huwelijk valt daar niet meer in. Wil je nu alsnog huwelijkse voorwaarden maken, dan kan dat waarschijnlijk zonder de belastingdienst er bij te halen. Maar je hebt in dat geval natuurlijk nog wel een notaris nodig die het voor je op papier zet.
Tip: hier vind je een gratis model waarmee je dit kunt regelen!