In 2018 is er veel veranderd in het huwelijksgoederenrecht. Als je trouwt na 1 januari 2018 krijg je in plaats van een algehele een beperkte gemeenschap van goederen. Vooral bij een scheiding na een kort huwelijk maakt dit enorm veel verschil. Maar bij een faillissement is het verschil kleiner en ben je ook na 2018 nog steeds beter af met huwelijkse voorwaarden.

Geen huwelijkse voorwaarden betekent samen faillissement aanvragen
Stel je wilt als ondernemer een persoonlijk faillissement aanvragen. Zonder huwelijkse voorwaarden kan een echtpaar dat alleen maar samen doen. Dit is dus een eerste verschil van huwelijkse voorwaarden bij faillissement.
Artikel 4 lid 2 Faillissementswet:
Een schuldenaar die gehuwd is of een geregistreerd partnerschap is aangegaan kan slechts aangifte doen met medewerking van zijn echtgenoot onderscheidenlijk geregistreerde partner tenzij iedere gemeenschap tussen echtgenoten onderscheidenlijk geregistreerde partners, is uitgesloten.
De hele gemeenschap gaat failliet
Wanneer het faillissement is uitgesproken, is daarna de hele beperkte gemeenschap van goederen failliet. In de gemeenschap valt bijvoorbeeld ook alles wat jij tijdens het huwelijk spaart op je bankrekening. Jouw spaargeld kan zonder huwelijkse voorwaarden dus terecht komen bij de schuldeisers van je echtgenoot.
Artikel 63 lid 1 Faillissementswet:
Het faillissement van de persoon die in enige gemeenschap van goederen gehuwd is of in enige gemeenschap van goederen een geregistreerd partnerschap is aangegaan, wordt als faillissement van die gemeenschap behandeld. Het omvat, behoudens de uitzonderingen van artikel 21, alle goederen, die in de gemeenschap vallen, en strekt ten behoeve van alle schuldeisers, die op de goederen der gemeenschap verhaal hebben. Goederen die de gefailleerde buiten de gemeenschap heeft, strekken slechts tot verhaal van schulden die daarop verhaald zouden kunnen worden, indien er generlei gemeenschap was.
Bewijs maar wat van jou was
Bij een beperkte gemeenschap van goederen heeft de niet-failliete echtgenoot natuurlijk nog eigen privé vermogen. Denk aan de roerende zaken en het spaargeld dat je al had voor het huwelijk. Deze goederen mag je houden. Maar daarvoor moet je wel kunnen aantonen wat van jou was. Met huwelijkse voorwaarden is dat makkelijker omdat je daaraan een lijst kunt hechten met het privé vermogen dat je al had.
Artikel 61 Faillissementswet:
De echtgenoot of geregistreerde partner van de schuldenaar neemt alle goederen die hem toebehoren en niet in de huwelijksgemeenschap onderscheidenlijk de gemeenschap van het geregistreerd partnerschap vallen, terug.
Hoe zit het dan met de spullen die jij hebt gekocht tijdens het huwelijk en die in de beperkte gemeenschap van goederen zijn gevallen? Deze zaken zijn niet privé maar gemeenschappelijk. Ook zonder faillissement bieden deze goederen op grond van het Burgerlijk Wetboek verhaal voor de schulden van je echtgenoot. Voor schulden die je echtgenoot tijdens het huwelijk heeft gemaakt, bieden deze zaken 100% verhaal. En voor privé schulden van je echtgenoot die niet in de gemeenschap zijn gevallen, bieden deze spullen voor 50% verhaal.
Artikel 1:96 lid 3 Burgerlijk Wetboek:
Het verhaal op de goederen van de gemeenschap voor een niet tot de gemeenschap behorende schuld van een echtgenoot is beperkt tot de helft van de opbrengst van het uitgewonnen goed. De andere helft komt de andere echtgenoot toe en valt voortaan buiten de gemeenschap. De andere echtgenoot is bevoegd, indien een schuldeiser verhaal op een goed van de gemeenschap zoekt ter zake van een niet tot de gemeenschap behorende schuld, het goed waarop de schuldeiser verhaal zoekt, over te nemen tegen betaling van de helft van de waarde van dat goed uit zijn eigen vermogen. Vanaf het tijdstip van de overneming is dit een eigen goed van deze echtgenoot, dat niet in de gemeenschap valt.
De conclusie is dat het hebben van huwelijkse voorwaarden nog steeds heel belangrijk is bij een persoonlijk faillissement.