Stel je wilt niet in gemeenschap van goederen trouwen maar wel graag samen iets opbouwen. In de jaren ’80 en ’90 was het nog heel normaal om een traditionele rolverdeling binnen het gezin te hebben. Voor deze situatie is het periodiek verrekenbeding in huwelijkse voorwaarden bedacht. Tegenwoordig wordt deze afspraak niet meer zo vaak opgenomen in huwelijkse voorwaarden maar het kan nog wel.

Wat is een periodiek verrekenbeding?
Een periodiek verrekenbeding is de afspraak om elk jaar het spaargeld bij helfte met elkaar te delen. Stel dat de één in een jaar € 7.500 heeft gespaard en de ander € 2.500. De één moet de ander dan € 2.500 geven zodat je in dat jaar beiden € 5.000 hebt gespaard. Helaas voerden veel stellen deze afspraak niet uit. Het spaargeld werd niet met elkaar gedeeld maar bijvoorbeeld in aandelen belegd. Of winsten werden niet uitgekeerd en verrekend maar opgepot in de B.V. Of er werd bijvoorbeeld een hypotheek op een privé woning mee afgelost.
De gevolgen van het niet uitvoeren van een periodieke verrekening
Het niet uitvoeren van de verrekening is bijna altijd in het nadeel van de zwakkere partij die financieel afhankelijk is van de ander. Daarom staan er inmiddels in de wet een paar flinke sancties op het niet uitvoeren van de verrekening:
- Niet uitgevoerd tijdens het huwelijk betekent dat het alsnog moet bij een scheiding.
- Vermogensgroei door belegd spaargeld moet ook verrekend worden.
- Opgepotte winst in een onderneming moet soms ook worden verrekend.
- In extreme gevallen gaat het hele vermogen door de helft.
Een paar interessante regels uit de artikelen 1:132 en volgende van het Burgerlijk Wetboek:
Indien een goed onder aanwending van te verrekenen vermogen is verkregen, wordt het verkregen goed tot het te verrekenen vermogen gerekend voor het aandeel dat overeenkomt met het bij de verkrijging uit het te verrekenen vermogen aangewende gedeelte van de tegenprestatie gedeeld door de totale tegenprestatie.
Indien een verrekenplicht betrekking heeft op een in de huwelijkse voorwaarden omschreven tijdvak van het huwelijk en over dat tijdvak niet is afgerekend, blijft de verplichting tot verrekening over dat tijdvak in stand en strekt deze zich uit over het saldo, ontstaan door belegging en herbelegging van hetgeen niet verrekend is, alsmede over de vruchten daarvan.
Indien bij het einde van het huwelijk aan een bij huwelijkse voorwaarden overeengekomen periodieke verrekenplicht als bedoeld in het eerste lid niet is voldaan, wordt het alsdan aanwezige vermogen vermoed te zijn gevormd uit hetgeen verrekend had moeten worden, tenzij uit de eisen van redelijkheid en billijkheid in het licht van de aard en omvang van de verrekenplicht anders voortvloeit.
Indien een echtgenoot in overwegende mate bij machte is te bepalen dat de winsten van een niet op zijn eigen naam uitgeoefende onderneming hem rechtstreeks of middellijk ten goede komen, en een verrekenbeding is overeengekomen dat ook ondernemingswinsten omvat, worden de niet uitgekeerde winsten uit zodanige onderneming, voor zover in het maatschappelijk verkeer als redelijk beschouwd, eveneens in aanmerking genomen bij de vaststelling van de verrekenplicht van die echtgenoot, onverminderd het eerste lid.
Is een beperkte gemeenschap van goederen een betere optie?
Wie nu trouwt, krijgt standaard een beperkte gemeenschap van goederen:
- Privé goederen en schulden van voor het huwelijk vallen er niet in. Ook erfenissen en schenkingen die je tijdens het huwelijk krijgt, blijven privé.
- Wat je tijdens het huwelijk verdient of koopt, valt wel in de gemeenschap (ook als iets op 1 naam wordt gekocht).
Voor veel stellen zal de beperkte gemeenschap van goederen ongeveer hetzelfde uitpakken als een periodiek verrekenbeding in huwelijkse voorwaarden. Een verschil is dat je niet jaarlijks hoeft af te rekenen. Voor iemand die een bedrijf start tijdens het huwelijk zal er wel een groot verschil zijn tussen een gemeenschap en een verrekenbeding. Bij een gemeenschap is je echtgenoot ook eigenaar van het bedrijf. Bij een verrekenbeding is dat niet het geval. Als je ondernemer bent, dan is deze optie (een finaal beding) een betere keuze.