Het maakt niet uit wat de reden is om partnerschapsvoorwaarden te maken, dit zijn de 5 onderwerpen waarover je altijd iets moet vastleggen.

1. Wel of geen gemeenschap van goederen
Zonder voorwaarden krijg je sinds 2018 een “beperkte” gemeenschap van goederen. Het is nog steeds mogelijk om te kiezen voor een ouderwetse “volledige” gemeenschap van goederen. Daarnaast heb je de optie om je eigen gemeenschap van goederen te maken, bijvoorbeeld van alleen het woonhuis. En je kunt kiezen voor helemaal geen gemeenschap van goederen.
- In een algehele gemeenschap van goederen valt in beginsel alles wat je al hebt en alles wat je tijdens je partnerschap opbouwt. Ook alle schulden vallen er in. De enige standaard uitzondering is een erfenis of schenking waarop een “uitsluitingsclausule” van toepassing is. Dat vermogen blijft altijd privé.
- Het idee van de beperkte gemeenschap van goederen is dat alles wat je al privé had er buiten blijft en ook erfenissen en schenkingen die je tijdens het geregistreerd partnerschap krijgt privé blijven. Veel stellen spreekt dit wel aan. Je huidige privé vermogen, een bestaande studieschuld en de erfenis van je ouders vallen er niet meer in, terwijl verder alles van je samen is. Denk aan het inkomen dat je tijdens het partnerschap verdient. Alles wat je daaruit spaart, gaat door de helft bij een scheiding.
- Maar er zijn ook stellen die een andere gemeenschap van goederen willen. Stel dat je al een jaar of 10 bij elkaar bent maar het koophuis op één naam staat. Wat moet je dan doen als je graag wilt dat dit huis gemeenschappelijk bezit wordt? Met een standaard beperkte gemeenschap van goederen gaat dat niet. En een algehele gemeenschap van goederen vind je misschien wel te ver gaan. Dan heb je nog de optie van een zelf gemaakte gemeenschap van goederen. Bijvoorbeeld de gemeenschap van alleen je koophuis en verder niks.
- Natuurlijk kun je ook elke gemeenschap uitsluiten. Dus geen algehele gemeenschap van goederen en ook geen beperkte gemeenschap van goederen. In de meeste voorwaarden zal voor deze optie worden gekozen.
In je partnerschapsvoorwaarden kun je vastleggen voor welke variant je kiest. Leg je niks vast, dan geldt optie 2.
2. Wel of geen verrekenbeding
Sluit je elke gemeenschap van goederen uit? Dan kun je in plaats daarvan een verrekenbeding opnemen in je voorwaarden:
- Het periodieke verrekenbeding wordt niet meer zo vaak opgenomen in voorwaarden. De reden daarvoor is dat het niet uitvoeren van deze afspraak grote problemen kan geven bij een scheiding. Als je de afspraak om jaarlijks af te rekenen niet uitvoert, dan moet dit aan het einde van je partnerschap alsnog. En als dat niet meer valt uit te rekenen, dan gaat in extreme gevallen het gehele vermogen “voor straf” door de helft.
- Een finaal verrekenbeding houdt in dat je niet elk jaar afrekent maar slechts één keer, op het moment dat je partnerschap eindigt. Naar buiten toe heb je geen gemeenschap van goederen, maar onderling min of meer wel. Je bent daardoor beschermd tegen schulden maar bouwt toch samen wat op. Een ander voordeel van een finaal verrekenbeding is dat je zelf in je partnerschapsvoorwaarden kunt vaststellen welke bezittingen je wilt uitzonderen. Zo kun je bijvoorbeeld de erfenis van je ouders privé houden maar het spaargeld van voor je partnerschap wel met elkaar delen.
- Een meerwaardeclausule kan bijvoorbeeld zien op de overwaarde van een koophuis op één naam. Dit kan een mooie oplossing zijn voor een stel dat alleen de overwaarde van een koophuis (dat op één naam staat) met elkaar wil delen, terwijl de rest privé blijft.
3. Vergoedingsrechten
Vergoedingsrechten zijn een belangrijk twistpunt bij een relatiebreuk. Vaak zijn er geen duidelijke afspraken gemaakt of is er niet goed bijgehouden wat er tijdens het partnerschap is gebeurd. Bespreek met de notaris de volgende drie punten:
- Het verschil tussen een nominaal vergoedingsrecht en de beleggingsleer.
- Vaststelling als er op dit moment al sprake is van vergoedingsrechten.
- De optie van “matiging”. Dit is vooral belangrijk als je recent samen een huis hebt gekocht en sprake is van een groot verschil in vermogen.
Tip: gratis voorbeeld tekst waarmee je een vergoedingsrecht kunt vastleggen in partnerschapsvoorwaarden.
4. Pensioenverevening
Op grond van de wet gaat het pensioen dat je tijdens je partnerschap opbouwt door de helft als je uit elkaar gaat. Dit noemen we pensioenverevening. In combinatie met de beperkte gemeenschap van goederen en een onderneming die je al had, kan dit een ongewenste uitkomst geven bij een scheiding.
Denk aan het geval dat je kiest voor een beperkte gemeenschap van goederen terwijl één van beiden een baan heeft en pensioen opbouwt en de ander een onderneming heeft en daarin vermogen opbouwt. Wanneer je uit elkaar gaat, deel je het pensioen wel door de helft maar het bedrijf niet. Er is nog wel een regeling in de wet opgenomen voor de ondernemer die onredelijk veel winst “oppot” in het bedrijf maar niemand weet nog hoe deze nieuwe regel in de praktijk gaat uitpakken:
Artikel 1:95a lid 1 Burgerlijk Wetboek
Indien een onderneming buiten de gemeenschap valt, komt ten bate van de gemeenschap een redelijke vergoeding voor de kennis, vaardigheden en arbeid die een echtgenoot ten behoeve van die onderneming heeft aangewend, voor zover een dergelijke vergoeding niet al op andere wijze ten bate van beide echtgenoten komt of is gekomen.
In je partnerschapsvoorwaarden kun je vaststellen wat je wilt met je pensioen:
- Het pensioen dat je tijdens het partnerschap opbouwt 50/50 met elkaar delen. Voor jonge stellen met een kinderwens zal dit de meest gemaakte keuze zijn. Dit is de standaard wettelijke regeling.
- Al het pensioen juist gescheiden houden. Hiervoor wordt vaak gekozen door stellen die elke gemeenschap uitsluiten omdat één van beiden een onderneming heeft en daarin vermogen wil opbouwen.
- De pensioenverevening uitbreiden tot het pensioen van vóór het partnerschap. Denk aan het scenario dat je al lang voor het partnerschap kinderen had en één van beiden minder is gaan werken vanwege de zorg voor de kinderen.
- De pensioenverevening afhankelijk maken van de geboorte van kinderen. Stel je hebt nu nog geen kinderen maar je wilt in de voorwaarden afspreken dat het pensioen dat je opbouwt na de geboorte van je eerste kind wel door de helft gaat.
5. Wel of geen lijst met roerende zaken
Vroeger werd er altijd een “lijst van aanbrengsten” gemaakt. Dit is een lijst waarop je de roerende zaken vermeldt die je had vóór het partnerschap. Vaak blijft dit nu achterwege maar het vastleggen van je goederen is nog steeds belangrijk bij partnerschapsvoorwaarden. Leg je niks vast en heb je ook geen ander bewijs, dan kun je privé bezittingen kwijtraken bij een scheiding of faillissement:
Artikel 1:131 lid 1 Burgerlijk Wetboek:
Bestaat tussen niet in gemeenschap van goederen gehuwde echtgenoten een geschil aan wie van hen beiden een recht aan toonder of een zaak die geen registergoed is, toebehoort en kan geen van beiden zijn recht op dit goed bewijzen, dan wordt het goed geacht aan ieder der echtgenoten voor de helft toe te behoren.