Er zijn drie momenten waarop je huwelijkse voorwaarden weer tevoorschijn komen: bij een faillissement, een overlijden of een scheiding. Wanneer je er voor kiest om je huwelijk aan te gaan met voorwaarden, dan zal je voor elk van deze drie gevallen keuzes moeten maken. Voor het geval je huwelijk eindigt in een scheiding, zal je in elk geval moeten nadenken over de volgende drie onderwerpen.

1. Wel of geen gemeenschap van goederen?
Wanneer je nu trouwt zonder voorwaarden te maken, krijg je een beperkte gemeenschap van goederen. Het is nog steeds mogelijk om te kiezen voor een algehele gemeenschap van goederen. Daarnaast heb je de optie om je eigen gemeenschap van goederen te maken, bijvoorbeeld van alleen het woonhuis.
- In een algehele gemeenschap van goederen valt in beginsel alles wat je al hebt en alles wat je nog krijgt. Ook alle schulden vallen er in. De enige standaard uitzondering is een erfenis of schenking waarbij de erflater of de schenker een “uitsluitingsclausule” van toepassing heeft verklaard. Dat vermogen blijft altijd privé.
- Het idee van de beperkte gemeenschap van goederen is dat alles wat je al privé had er buiten blijft en ook erfenissen en schenkingen tijdens het huwelijk privé blijven. Veel stellen spreekt dit wel aan. Je huidige privé vermogen, een bestaande studieschuld en de erfenis van je ouders valt er niet meer in, terwijl verder alles van je samen is. Denk aan het inkomen tijdens het huwelijk. Alles wat je daaruit spaart, gaat door de helft als je uit elkaar gaat.
- Maar er zijn ook stellen die een andere gemeenschap van goederen willen. Stel dat je al een jaar of 10 bij elkaar bent maar het koophuis op één naam staat. Wat moet je dan doen als je graag wilt dat dit huis gemeenschappelijk bezit wordt? Met een standaard beperkte gemeenschap van goederen gaat dat niet. En een algehele gemeenschap van goederen vind je misschien wel te ver gaan. Dan heb je nog de optie van een zelf gemaakte gemeenschap van goederen. Bijvoorbeeld de gemeenschap van alleen de koopwoning en verder niks.
De eerste en de derde optie kun je regelen in huwelijkse voorwaarden bij de notaris. De tweede optie is standaard van toepassing als je geen voorwaarden maakt.
2. Wel of geen verrekenbeding?
Veel stellen willen geen enkele gemeenschap van goederen. Bijvoorbeeld omdat één van beiden ondernemer is en je alle risico’s zoveel mogelijk wilt uitsluiten. Maar los van de risico’s kun je wel de behoefte hebben om samen iets op te bouwen. Dit kun je regelen met een verrekenbeding.
- Het periodieke verrekenbeding wordt niet meer zo vaak opgenomen in huwelijkse voorwaarden omdat het grote problemen kan geven bij een scheiding. Als je de afspraak om jaarlijks af te rekenen niet uitvoert, dan moet het aan het einde van je huwelijk alsnog. En als dat niet meer valt uit te rekenen, dan kan in extreme gevallen het gehele vermogen “voor straf” door de helft gaan.
- Een finaal verrekenbeding houdt in dat je niet elk jaar afrekent maar slechts één keer, op het moment dat je huwelijk eindigt. Naar buiten toe heb je geen gemeenschap van goederen, maar onderling min of meer wel. Je bent daardoor beschermd tegen schulden maar bouwt toch samen wat op. Een ander voordeel van een finaal verrekenbeding is dat je zelf de uitzonderingen kunt kiezen. Zo kun je bijvoorbeeld de erfenis van je ouders privé houden maar je voorhuwelijkse spaargeld wel met elkaar delen.
- Een meerwaardeclausule kan bijvoorbeeld zien op de overwaarde van een koophuis op één naam. Dit kan een mooie oplossing zijn voor een stel dat alleen de overwaarde van een koophuis (dat op één naam staat) met elkaar wil delen, terwijl de rest privé blijft.
3. Wel of geen pensioenverevening?
Sinds 1994 staat in de wet dat het pensioen wat je tijdens het huwelijk opbouwt door de helft gaat bij een scheiding. Dit noemen we pensioenverevening. In combinatie met de beperkte gemeenschap van goederen en een voorhuwelijkse onderneming kan dit een hele bijzondere uitkomst geven bij een scheiding.
Denk aan het geval dat je in beperkte gemeenschap van goederen trouwt terwijl één van beiden een baan heeft en pensioen opbouwt en de ander een onderneming heeft en daarin vermogen opbouwt. Wanneer je uit elkaar gaat, moet het pensioen wel door de helft maar het bedrijf niet. Er is nog wel een regeling in de wet opgenomen voor de ondernemer die onredelijk veel winst “oppot” in het bedrijf maar niemand weet nog hoe deze nieuwe regel in de praktijk gaat uitpakken:
Artikel 1:95a lid 1 Burgerlijk Wetboek
Indien een onderneming buiten de gemeenschap valt, komt ten bate van de gemeenschap een redelijke vergoeding voor de kennis, vaardigheden en arbeid die een echtgenoot ten behoeve van die onderneming heeft aangewend, voor zover een dergelijke vergoeding niet al op andere wijze ten bate van beide echtgenoten komt of is gekomen.
In je huwelijkse voorwaarden kun je een eigen keuze maken ten aanzien van pensioenverevening:
- Het pensioen dat je tijdens het huwelijk opbouwt 50/50 met elkaar delen. Voor jonge stellen met een kinderwens zal dit de meest gemaakte keuze zijn. Dit is de standaard wettelijke regeling.
- Al het pensioen juist gescheiden houden. Hiervoor wordt vaak gekozen door stellen die buiten gemeenschap van goederen trouwen omdat één van beiden een onderneming heeft en daarin vermogen wil opbouwen.
- De pensioenverevening uitbreiden tot het voorhuwelijks pensioen. Denk aan het scenario dat je al lang voor het huwelijk kinderen had en één van beiden minder is gaan werken vanwege de zorg voor de kinderen.
- De pensioenverevening afhankelijk maken van de geboorte van kinderen. Stel je hebt nu nog geen kinderen maar je wilt in de huwelijkse voorwaarden afspreken dat het pensioen dat je opbouwt na de geboorte van je eerste kind wel door de helft gaat.
Tip: wil je zelf aan de slag met de tekst van je huwelijkse voorwaarden? Kijk dan even in het menu onder voorbeelden. Daar vind je gratis modellen met daarin een groot deel van bovenstaande opties.